Een Magnolia gedijt het beste in een humusrijke, doorlatende zandgrond. Maar dit is geen harde eis. Op arme grond kunnen ze prima overleven. Maar voor een sterkere plant is het wel aan te raden om iets aan de grond te doen. Hele vaste grond kan beter verrijkt worden met tuinturf of compost, grof rivierzand mag ook.
Het liefst staat een Magnolia op een beschutte plaats met weinig wind. Koude wind in het voorjaar kan de bloemen namelijk beschadigen. Ook de wintergroene varianten hekelen deze wind. Verder verdraag de Magnolia een plaats in de zon of eventueel halfschaduw prima.
De Magnolia kan vrij groot worden, zowel in boom- als struikvorm. Bomen en struiken kunnen prima staan in de volle grond, geef ze daar voldoende ruimte. Qua hoogte kunnen ze uitgroeien 5 tot 10 meter hoge planten. Struiken kunnen ook prima in een pot op een terras. Vermijd hierbij plaatsen waar je de Magnolia kunt raken bij het passeren: de bloemen zijn heel teer.
In principe zijn Magnolia’s winterhard. Maar vorst kan de planten wel beschadigen. Vooral de knoppen/bloemen kunnen lijden door harde, koude wind en vorst. Potplanten kun je bij vorst het beste in een onverwarmde schuur of kas zetten. Bij planten in de volle grond is het aan te raden de knoppen te beschermen door ze te bedekken met een ademend vliesdoek.
Tijdens de aanplant van Magnolia bomen, is het aan te raden om gebruik te maken van boompalen. De wortels van jonge Magnolia’s zijn erg zacht en kunnen makkelijk beschadigen als de boom niet stevig staat.